Wat zijn de gevolgen voor nieuwbouw en renovatie?
Het maximaal toegelaten E-peil en S-peil wordt elk jaar strenger en nieuwe of gerenoveerde woningen horen steeds energiezuiniger te worden. Nadat de EPB-regelgeving op 1 januari 2021 werd verstrengd met de BEN-verplichting (Bijna Energie Neutraal) voor elke nieuwbouw, worden de eisen in 2022 opnieuw gewijzigd. Nieuwbouwwoningen moeten dan een maximale schildpeil (S-peil) halen van S28. Daarbovenop komt een verstrenging van het E-peil voor ingrijpende energetische renovaties (IER) en nieuwe niet-residentiële gebouwen. Maar heeft een strengere regelgeving nog wel een gunstige impact op het milieu? En wat is de terugverdientijd van deze investeringen? Onze experts van Adam & Eva leggen de voordelen en nadelen naast elkaar.
Verschil tussen E-peil en S-peil
Isolatie is de rode draad in het energiezuinige bouw- en renovatieverhaal. De EPB-regelgeving is voor de bouwheer te vatten in twee getallen: het E-peil en het S-peil. Hoe lager de behaalde scores, hoe energiezuiniger het gebouw.Het E-peil duidt de globale energieprestatie aan van je gebouw, en kan op verschillende manieren gemeten worden. Hoe lager het E-peil, hoe minder energie een gebouw nodig heeft voor ruimteverwarming, de productie van sanitair warm water, elektriciteit,… .Het S-peil meet hoe energievriendelijk de bouwschil is. Hoe energie-efficiënter de bouwschil is (buitenmuren, ramen, dak, vloeren,…), hoe beter de S-peil. Dankzij nieuwe technieken en installaties zoals bijvoorbeeld zonnepanelen, een warmtepomp of groene verwarmingstechnieken kan een gebouw nog duurzamer worden, waardoor lagere scores behaald kunnen worden m.b.t. het E-peil en S-peil.
Voordelen van een lager E-peil en S-peil.
De regel luidt als volgt: hoe lager de scores, hoe energiezuiniger het gebouw. Een gebouw energiezuinig (ver)bouwen vergt investeringen, maar die kan je terugverdienen doordat de toekomstige energiefacturen aanzienlijk lager zullen liggen. Het energieverbruik zal afnemen en de impact hiervan op de facturen zal zowel op korte termijn als op lange termijn aanzienlijk voelbaar zijn. Bovendien zal de waarde van het gebouw stijgen, zowel op vlak van huurprijs als op vlak van verkoopprijs. Minder energieverbruik betekent ook een kleinere CO2-uitstoot, wat resulteert in een verkleinde ecologische voetafdruk. Op basis van de prestaties van het gebouw kan je daarnaast in aanmerking komen voor bepaalde premies, subsidies of verminderingen, zoals een vermindering van onroerende voorheffing. Duurzaam (ver)bouwen heeft dus zeer veel voordelen, maar hierbij hoort wel een kanttekening gemaakt te worden.
Gevolgen van de nieuwe normen.
Verhoogde bouwkosten zijn een direct gevolg van deze hoge isolatienormen. Er zijn meer investeringen nodig, onder meer de beglazing en de isolatie van een woning moeten verbeteren, terwijl dit economisch en ecologisch niet altijd even zinvol meer is. Terugverdientijden kunnen lang oplopen en de productie van de extra isolatiematerialen stoot stilaan meer CO2 uit dan dat er kan bespaard worden tijdens de levensduur van het gebouw. Bovendien kennen bouwmaterialen de afgelopen tijden forse prijsstijgingen, waardoor nieuwbouw en renovaties steeds prijziger worden.